Zingen is gezond .. en meer dan dat
Ruim 1 miljoen Nederlanders zingen in een koor. Zingen is gezond. Zeker voor mensen met dementie, maar in hun eigen koor kunnen zij al snel niet meer meedoen. In het participatiekoor kunnen zij wel volwaardig meedoen, dankzij een aantal even logische als effectieve principes:
De principes
In het participatiekoor zijn alle leden aan elkaar gelijk. Niemand is beter of staat boven een ander. Iedereen heeft zijn eigen talenten, maar ook gebreken. In het participatiekoor zijn wel solidair aan elkaar.
We helpen elkaar, maar nemen niets uit handen wat niet nodig is. Ieders autonomie staat voorop en participeert naar zijn eigen vermogen in alle facetten van het lidmaatschap.
De zangers met dementie
In een participatiekoor heeft eenderde van de leden een milde of gevorderde vorm van dementie. Een zanger is iemand die het leuk vindt om in een koor te zingen, maar hoeft daar niet per se ervaring in te hebben. Plezier in samen zingen staat voorop. Om de uitdaging van samen een concert te geven, krijgt elke zanger, waar nodig, individuele ondersteuning van een mantelzanger. Dat betekent niet dat een zanger met dementie op zijn handen kan zitten. Een zanger met dementie doet actief mee, oefent zijn of haar partijen en helpt ook anderen.
De mantelzangers
Tweederde van de leden van een participatiekoor is ervaren koorzangers. Hij of zij fungeert als mantelzangers en ondersteunen de zangers met dementie. Zo heeft elke zanger met dementie tenminste één vast maatje die hem of haar bij alle facetten van het koorlidmaatschap ondersteunt. De ondersteuning die gewenst is, verschilt per deelnemer. De ene ondersteuning is intensiever dan de andere en bovendien heeft elke mantelzanger zijn eigen kwaliteiten. Daarom werken er telkens twee mantelzangers samen met één zanger met dementie.
Zonder belemmeringen
De meest belemmerende factoren om deel te nemen aan culturele en sociale activiteiten komen voort uit fysieke gezondheidsproblemen en mobiliteit.
Deelname aan het participatiekoor wordt daarom zorgvuldig afgestemd met mantelzorgers en zorgprofessionals. Dat begint ermee dat wij van iedere deelnemer een zijn biografie kennen en de persoonlijke ondersteuningsbehoeften in kaart brengen. Aan de hand daarvan organiseren wij samen met mantelzorgers en zorgprofessionals de gewenste ondersteuning. Dat strekt van het organiseren van vervoer, het doen van aanpassingen op onze werklocaties zoals het letterlijk wegnemen van drempels, op maat maken van oefenmateriaal tot en met het toezien op eventueel medicatiegebruik.